Schuur op schuimbeton fundering
schuimbeton fundering- De makkelijkste manier om een goede fundering voor uw schuur te maken is om eerst voor een schuimbetonvloer te zorgen. Vervolgens bouwt u uw tuinhuis of de schuur hier direct op. Voor de vloer van uw schuur kiest u bijvoorbeeld voor beton- of grindtegels, maar u kunt ook een betonvloer op het schuimbeton laten storten. Een betonvloer is namelijk heel geschikt voor een niet al te grote oppervlakte en zien we dan ook veel bij bouwpakketten of prefabschuren. Het voordeel van deze methode is dat er meteen een vloer in uw schuur ligt.
Wilt u meer weten over schuimbeton? Wij geven op onze speciale kennisbank antwoord op verschillende vragen over schuimbeton. De belangrijkste vraag die we beantwoorden: wat is schuimbeton eigenlijk?

Daarnaast letten we erop dat de vloer enkele centimeters boven het gazon komt te liggen en net iets groter dan de loods is. Op deze manier loopt er geen water naar binnen en is de druk goed verdeeld. Ook kijken we of de ondergrond goed is. Zo voorkomen we dat er in de toekomst houtrot en wateroverlast in de schuur ontstaat. En uiteraard leggen we de vloer goed waterpas.
U kunt natuurlijk ook zelf aan de slag gaan met het aanleggen van de fundering van de vloer, maar wij raden toch aan om de klus door echte vakmensen uit te laten voeren. Laat u de klus aan ons over weet u zeker dat er later geen problemen met de fundering of de betonvloer gaan ontstaan.
Het beste antwoord
Dat hangt er van af waar je bouwt en hoe zwaar het bouwsel (de grondbelasting is. Er zijn wel wat alternatieven, maar zonder heipalen kunnen we in Nederland nog lang niet. Vaak is de grond waarop gebouwd moet worden zacht en sponzig. Als je op deze grond gaat bouwen zal het gebouw gaan verzakken en scheuren. In Nederland is de bovenste laag grond meestal vrij zacht. Als je dieper komt wordt de grond harder, soms is dat een dikke zandlaag, soms is dat mergel – krijt of vaste klei. Zandlagen kunnen net zo hard zijn als beton, je noemt dit VASTE GROND. De diepte waar de VASTE grond kan zitten is zeer verschillend. Soms is dat een paar cm. soms is dat 30 meter diep. Om te voorkomen dat een gebouw verzakt en scheurt moet het gebouw op vaste grond staan. Op vaste grond bouwen doe je door te heien en een fundering aan te brengen. Om te bepalen waar de vaste grond zit moet men BODEMONDERZOEK laten doen ( SONDERING ). Door middel van metingen in de grond bepaald men waar de vaste grond zit. Men boort met een lans in de grond, deze meet de weerstand van de grondlagen. Via een computer wordt een sonderingsdiagram gemaakt waarop te zien is op welke diepte de VASTE GROND zit. Men kent 2 soorten funderingen : A. FUNDERING OP STAAL. De vaste grond is hier een zandlaag op ± 1 a 2 meter. Deze zandlaag is zo hard ( STAAL ) dat er niet geheid hoeft te worden. De fundering komt direct op de grond, minimaal 80 a 90 cm diep ( beneden de vorstgrens ). Meestal brengt men een STROKENFUNDERING aan. B. PAALFUNDERING. Wanneer de VASTE GROND op grotere diepte zit moet er eerst worden geheid. Soms moet men palen aanbrengen van wel 30 meter bijvoorbeeld bij grote gebouwen. Men kan ook heipalen aanbrengen door middel van boren. Dit doet men wanneer er gevaar is dat nabij gelegen gebouwen door het trillen gaan scheuren. In de grond wordt een gat geboord, als men de boor er uit trekt wordt het gat vol gestort met beton.